Het vrije woord

Ik had een droom. In strijd met mijn principe
Ging ik naar een uitheems vakantieoord,
Maar moest daar eerst door een controlepoort
Op last van barse, zeer ongure typen

Door wie ik ook hardhandig werd verhoord
Omdat dat ding meteen begon te piepen
Als sein voor hen mijn koffers uit te diepen
Op zoek naar het verboden vrije woord.

Al was ik voor ontdekking niet bevreesd,
Want ik berg die bagage in mijn geest,
Toch kwam ik godzijdank al gauw weer bij

En dacht verheugd: dat land kan volgens mij
Geen lidstaat van Europa zijn geweest,
Want daar zijn woorden en gedachten vrij.
Bijdrage aan het boek 'Zeg het maar. Vrijheid van meningsuiting in de Europese Unie', bij gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome