Ode aan de groente

Al vorm ik met mijn vrouw een lekker paar
Toch blijken onze smaken te verschillen,
Want zij snapt niet wat alle mannen willen
En maakt dus elke dag weer groente klaar.

Maar ik als man ben er de man niet naar
Mijn honger met konijnenvoer te stillen,
Daarvoor heb ik gewoon geen smaakpapillen.
Maar desondanks zijn vaak de rapen gaar.

Mijn vrouw is immers net als alle vrouwen
Die groente als gezonde kost beschouwen
Waar ik naar haar idee niet buiten kan.

Daarom licht ik de deksel van de pan
En al moet ik met lange tanden kauwen
Mijn groente zal ik eten als een man.
Voorwoord in het boek 'Groente-Top-10' van Florine Boucher en Anne Scheepmaker