Voor een prikje

'Dat bultje,' sprak mijn arts, 'wordt wel erg dik
En bovendien ook angstaanjagend blauw
En daar ik dat niet helemaal vertrouw
Moet u maar naar ons lab toe voor een prik.'

Wel, snel bekomen van de schrik
Betrad ik vrolijk fluitend dat gebouw
En binnen in een hokje bleek al gauw
Dat er geen mens zo dapper is als ik.

Want anders dan de doorsnee bangerik
Bood ik met doodsverachting in mijn blik
Mijn arm aan aan een witgejaste vrouw

En toen zij toestak, riep ik zachtjes au,
Maar verder gaf ik absoluut geen kik,
Doch viel manhaftig in haar armen flauw.
Bij het vijftigjarig bestaan van LabNoord in Groningen