Zijn we we er klaar voor
je kunt er geen kelder voor vullen met blikvoer
het is geen wat als ze komen want ze zijn er al
en ze zijn onder ons
erger nog we zijn het zelf
en het is de lelijkste kant van onszelf
die van innerlijke strijd een openbaar
strijdtoneel wil maken
alsof de verlossing buiten ons ligt
en een hand om de keel van de vijand
of je pik diep in de onwillige schoot van een ander
opluchting biedt
maar die vijand heeft familie
en die familie heeft internet
en overal weten ze jou te vinden
en anders je familie wel
of je voor gek verklaard wordt
of niet
ze starten de haat opnieuw op
hij mag nog een keertje
na dit rondje houdt hij ermee op
echt beloofd
in het abattoir spuiten ze niet langer
de wanden schoon